Langdurige bewustzijnsstoornissen: Beschadigde hersenen, beschadigde geesten?
Keizer, B., & van Erp, W.S.
Langdurige bewustzijnsstoornissen (PDOC) zijn enkele van de meest dramatische gevolgen van niet-aangeboren hersenletsel. Na het overleven van ernstige hersenbeschadiging, in veel gevallen met behulp van agressieve neurochirurgische ingrepen, herstellen PDOC-patiënten hun vermogen om zelfstandig te ademen en spontaan hun ogen te openen, maar vertonen ze weinig of geen tekenen van bewustzijn. Twee klinische entiteiten worden erkend: het niet-responsieve waakzaamheidssyndroom (UWS), voorheen bekend als de vegetatieve toestand (Jennett en Plum, 1972; Laureys et al., 2010), en de minimaal bewuste toestand (MCS) (Giacino et al., 2002). Terwijl de wetenschap gestaag de neurofysiologische substraten van deze aandoeningen ontrafelt, confronteert PDOC ons in de dagelijkse praktijk nog steeds met existentiële thema's. Deze kunnen komen in de vorm van prognostische onzekerheid of conflicten tussen professionals en familieleden van patiënten. In dit artikel geven we enkele voorzichtige reflecties over onze worsteling met het concept van de geest in een beschadigd brein.