Uitingsvormen ernstig niet-aangeboren hersenletsel
Iemand die ernstig hersenletsel oploopt raakt vrijwel meteen in coma. De meeste mensen die de acute fase van het hersenletsel overleven, komen binnen enkele dagen tot weken weer bij bewustzijn. Maar dit geldt niet voor iedereen. De meeste mensen gaan door een aantal opeenvolgende niveaus van bewustzijn heen, voordat zij weer volledig aanspreekbaar zijn.
Hieronder is een schematisch overzicht van de verschillende uitingsvormen van ernstig niet-aangeboren hersenletsel. Onder de afbeelding worden deze verder toegelicht.
Coma
Coma is een toestand van volledige bewusteloosheid. De ogen van de patiënt blijven gesloten en hij/zij reageert hooguit met enkele eenvoudige reflexen op sterke prikkels. Daarnaast zijn de basale lichaamsfuncties zoals ademhalen en het regelen van de temperatuur vaak verstoord. De oorzaak van een coma is een verstoring van het waak-slaapcentrum boven in de hersenstam. Dit kan gebeuren na bijv. een ongeval, hersenbloeding of zuurstoftekort.
Niet-responsief waaksyndroom (LBS)
Een niet-responsief waaksyndroom (voorheen vegetatieve toestand genoemd) is een toestand waarin de patiënt geen tekenen van bewustzijn laat zien bij het uitvoeren van opdrachten. Wel opent de patiënt af en toe de ogen en kan hij/zij zelfstandig ademhalen. Er is vaak sprake van een verstoord dag/nacht ritme. De oorzaak is vermoedelijk een verstoring van gebieden in het brein die verantwoordelijk zijn voor het doorgeven van zintuigelijke informatie en voor activering van de rest van het brein.
De minimaal bewuste toestand (LBS)
De minimaal bewuste toestand (minimally conscious state; MCS) is een toestand waarin het bewustzijn ernstig verminderd is, maar waarin mensen wel één of meerdere tekenen van bewustzijn laten zien. Voorbeelden van reacties die bij mensen in een minimaal bewuste toestand kunnen worden gezien zijn:
- het uitvoeren van een simpele opdracht
- het antwoord geven op simpele vragen met ja of nee of met gebaren
- het tonen van emoties of
- het laten zien van doelgericht gedrag zoals het volgen met de ogen of het aankijken met de ogen
MCS kan onderverdeeld worden in minimaal bewuste toestand min (MCS-) en minimaal bewuste toestand plus (MCS+). Bij minimaal bewuste toestand min (MCS-) zijn er bewuste reacties aanwezig, maar is er geen gedrag dat wijst op het begrijpen van taal. Mensen in de minimaal bewuste toestand plus (MCS+) laten wel gedrag zien dat wijst op taalbegrip. Zij kunnen bijvoorbeeld simpele opdrachten uitvoeren, woorden zeggen of intentionele communicatie met hun omgeving laten zien. Dit laatste houdt in dat er communicatie is, maar dat deze communicatie vaak nog niet nauwkeurig is.
Locked-in syndroom
Het Locked-in Syndroom (LIS) is een specifieke vorm van ernstig niet-aangeboren hersenletsel waarbij sprake is van behoud van bewustzijn. In de meeste gevallen (86%) wordt LIS veroorzaakt door een infarct of een bloeding in het voorste deel van de pons. De pons is een onderdeel van de hersenstam en verbindt de grote hersenen met de kleine hersenen. In bijna 14% van de gevallen is LIS het gevolg van traumatisch hersenletsel, maar het kan ook bijkomstig zijn bij bloeding in de hersenen.
Mensen met LIS hebben ernstige chronische en lichamelijke beperkingen. Er kunnen drie vormen van LIS worden onderscheiden: klassiek, partieel en totaal. Bij de klassieke vorm is men volledig verlamd en kan men alleen communiceren d.m.v. verticale oogbewegingen en/of het knipperen van de oogleden. Bij de partiële vorm is meer mogelijk zoals het kunnen bewegen van een arm. Bij de totale vorm is sprake van een volledige verlamming inclusief de verticale oogbewegingen en het knipperen van de oogleden waardoor er geen communicatie mogelijk is. Het gevoel is aanwezig omdat de zenuwbanen die hiervoor verantwoordelijk zijn achter het ponsletsel liggen en gespaard blijven. Mensen met LIS zijn in staat om voor zichzelf beslissingen te nemen die te maken hebben met zorg en behandeling.
Bewustzijn (verward bewust)
Er is sprake van bewustzijn als een patiënt op de één of andere manier kan communiceren én ook begrip heeft van wat er wordt gezegd. Ook is er sprake van bewustzijn als hij/zij twee verschillende opdrachten kan uitvoeren. Er is dan bijna altijd nog wel sprake van de volgende problemen:
- een langere periode van verwardheid
- ernstige geheugenstoornissen
- afwijkend gedrag
- motorische en/of zintuigelijke functiestoornissen